Pays-Bas

Loi sur l'emploi de la langue frisonne

(Wet gebruik Friese taal)

Le 2 octobre 2013

La présente version de la Wet gebruik Friese taal du 2 octobre 2013 prescrit les possibilités de l'emploi du frison en matière administrative et judiciaire. Cette loi réglemente le droit de quiconque réside dans la province de la Frise à employer sa langue maternelle, le néerlandais ou le frison, dans un tribunal et dans ses communications avec les services administratifs, afin de favoriser l'égalité du frison et du néerlandais dans cette province. De plus, la loi compte des dispositions (art. 18-24) concernant la création du Conseil de la langue frisonne ainsi que plusieurs autres dispositions supplémentaires sur les serments (art. 25-31). Le texte adopté ne contient aucune disposition en matière d'éducation et de média.  Les articles 25 à 31 portant sur les serments en frison n'ont pas été traduits. Le projet initial remonte à 1978, mais cette loi de 2013 confirme la position du frison comme seconde langue officielle des Pays-Bas dans la province de la Frise. La Loi sur la langue frisonne entrait en vigueur le 13 décembre 2015; elle abrogeait la Loi sur l'emploi de la langue frisonne dans le domaine judiciaire de 1951.

Dispositions générales: art. 1 et 2, et 2a
Emploi du frison en matière administrative: art. 3 à 10
Emploi du frison dans la procédure judiciaire : art. 11 à 17
Création du Conseil de la langue frisonne: art. 18 à 23
Dispositions finales: art. 31 à 35


La traduction est de Jacques Leclerc, la version française n'étant qu'un texte d'information. 


 

Hoofdstuk 1.

Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2

De officiële talen in de provincie Fryslân zijn het Nederlands en het Fries.

Artikel 2a

Gelet op de gezamenlijke verantwoordelijkheid en zorgplicht voor de Friese taal en cultuur maken het Rijk en de provincie Fryslân periodiek bestuursafspraken ter uitwerking van de verantwoordelijkheid inzake de Friese taal en cultuur. Vanwege de internationale verdragsafspraken op dit terrein kunnen de bestuursafspraken ook voor de Friese taal en cultuur relevante beleidsterreinen omvatten die liggen buiten het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer en in het rechtsverkeer.

Hoofdstuk 2.

Gebruik van de Friese taal in het bestuurlijk verkeer

Artikel 3

1.
Een ieder kan de Friese taal gebruiken in het verkeer met bestuursorganen, voor zover deze in de provincie Fryslân zijn gevestigd, alsmede met de onder hun verantwoordelijkheid werkzame personen.

2. Het eerste lid geldt niet indien het bestuursorgaan heeft verzocht de Nederlandse taal te gebruiken op de grond dat het gebruik van de Friese taal tot een onevenredige belasting van het bestuurlijk verkeer zou leiden.

Artikel 4

1.
Bestuursorganen en de onder hun verantwoordelijkheid werkzame personen kunnen in het verkeer binnen de provincie Fryslân de Friese taal gebruiken.

2. Het eerste lid geldt niet indien een wederpartij heeft verzocht de Nederlandse taal te gebruiken op de grond dat het gebruik van de Friese taal tot een onbevredigend verloop van het mondeling verkeer zou leiden.

Artikel 5

1)
In de provincie Fryslân gevestigde bestuursorganen die niet tot de centrale overheid behoren, stellen regels op over het gebruik van de Friese taal in schriftelijke stukken en in het mondeling verkeer. De regels bevatten in ieder geval bepalingen gericht op het versterken van de positie van de Friese taal binnen het werkgebied van het betreffende bestuursorgaan.

2) In aanvulling op de in het eerste lid bedoelde regels, stellen deze bestuursorganen tevens een beleidsplan inzake het gebruik van de Friese taal op.

3) De bestuursorganen van de gemeenten Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Vlieland en Weststellingwerf zijn vrijgesteld van de verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid.

4) Bestuursorganen die niet tot de centrale overheid behoren en die niet in de provincie Fryslân gevestigd zijn, waarvan het werkterrein zich uitstrekt tot de provincie Fryslân of een deel daarvan, kunnen regels stellen over het gebruik van de Friese taal, in het bijzonder in schriftelijke stukken.

Artikel 6

1)
Onze Minister die het aangaat, kan voor onderdelen van de centrale overheid waarvan het werkterrein zich uitstrekt tot de provincie Fryslân of een deel daarvan, regels stellen over het gebruik van de Friese taal in schriftelijke stukken en in het mondeling verkeer.

2) Ter uitvoering van het eerste lid kan een onderdeel van de centrale overheid een beleidsplan opstellen inzake het gebruik van de Friese taal.

Artikel 7

1)
Een schriftelijk stuk in de Friese taal wordt tevens in de Nederlandse taal opgesteld, indien het:

a. bestemd of mede bestemd is voor buiten de provincie Fryslân gevestigde bestuursorganen of bestuursorganen van de centrale overheid; of

b. algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels inhoudt.

2) De bekendmaking, mededeling of terinzagelegging van een schriftelijk stuk als bedoeld in het eerste lid geschiedt in ieder geval ook in de Nederlandse taal, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.

Artikel 8

1)
Indien een schriftelijk stuk in de Friese taal is opgesteld, verstrekt het bestuursorgaan daarvan op verzoek een vertaling in de Nederlandse taal.

2) Het bestuursorgaan kan voor het vertalen een vergoeding van ten hoogste de kosten verlangen.

3) Voor het vertalen kan geen vergoeding worden verlangd, indien het schriftelijk stuk:

a. de notulen van de vergadering van een vertegenwoordigend orgaan inhoudt en:

1° het belang van de verzoeker rechtstreeks bij het genotuleerde is betrokken, of
2.° de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels betreft; of

b. een besluit of andere handeling inhoudt waarbij de verzoeker belanghebbende is.

Artikel 9

1)
Een ieder kan in vergaderingen van in de provincie Fryslân gevestigde vertegenwoordigende organen de Friese taal gebruiken.

2) Hetgeen in de Friese taal is gezegd, wordt in de Friese taal genotuleerd.

Artikel 10

1)
Hij die ter uitvoering van een wettelijk voorschrift mondeling een eed, belofte of bevestiging moet afleggen, is bevoegd in plaats van de wettelijk voorgeschreven woorden de daarmede in de Friese taal overeenkomende woorden uit te spreken.

2) In het geval, bedoeld in het eerste lid, treden:

a. indien een eed wordt afgelegd, voor de woorden: «Zo waarlijk helpe mij God Almachtig» in de plaats de woorden: «Sa wier helpe my God Almachtich»;

b. indien een belofte wordt afgelegd, voor de woorden: «Dat beloof ik» in de plaats de woorden: «Dat ûnthjit ik»;

c. indien een bevestiging wordt afgelegd, voor de woorden: «Dat verklaar ik» in de plaats de woorden: «Dat ferklearje ik».

Chapitre Ier

Dispositions générales

Article 1er

Dans la présente loi, «Notre ministre» désigne notre ministre de l'Intérieur et des Relations au sein du Royaume.

Article 2

Les langues officielles dans la province de la Frise sont le néerlandais et le frison.

Article 2a

Compte tenu de la responsabilité et du devoir partagé de tenir compte de la langue et de la culture frisonnes de la part du gouvernement et de la province de Frise, des arrangements périodiques de gouvernance sont prévus afin de préciser la responsabilité concernant la langue et la culture frisonnes. En raison des accords des traités internationaux dans ce domaine, les accords de gestion peuvent également être adoptés dans le domaine de la langue et de la culture frisonnes, lesquels se trouvent extérieurs à l'emploi du frison en matière administrative et en matière judiciaire.

Chapitre II

Emploi du frison en matière administrative

Article 3

1)
Toute personne peut utiliser le frison dans ses relations avec l'administration, lorsqu'elle est située dans la province de la Frise ainsi que les personnes employées travaillant sous la juridiction de la province.

2) Le premier paragraphe ne s'applique pas si l'organisme directeur a demandé que le néerlandais soit utilisé dans la mesure où l'usage du frison entraînerait un fardeau proportionné dans l'organisation administrative.

Article 4

1) Les organismes administratifs et les individus œuvrant sous la juridiction de la province de la Frise doivent employer le frison.

2) Le paragraphe précédent ne s'applique pas si une autre partie a demandé que le néerlandais soit utilisé du fait que l'emploi du frison serait nuisible dans les communications orales.

Article 5

1) Dans la province de la Frise, les organismes de réglementation mis en place qui ne font pas partie du gouvernement central, doivent définir les règles sur l'emploi du frison dans les documents écrits et dans les communications orales. Les règles doivent contenir au moins des dispositions visant à renforcer la position du frison de le fonctionnement de l'organisme administratif concerné.

2) En plus des règles prévues au paragraphe précédent, les organismes administratifs doivent également établir une politique sur l'emploi de la langue frisonne.

3) Les organismes régissant les municipalités d'Ameland, de Schiermonnikoog, de Terschelling, de Vlieland et de Weststellingwerf sont exemptés des obligations visées aux paragraphes 1 et 2.

4) Les organismes administratifs extérieurs au gouvernement central et qui ne sont pas situés dans la province de la Frise, mais dont la juridiction s'étend dans la province de la Frise ou dans une partie de celle-ci, peuvent adopter des règles sur l'emploi de la langue frisonne, en particulier dans les documents écrits.

Article 6

1) Notre Ministre concerné peut, pour certains organismes du gouvernement central dont la juridiction s'étend dans la province de la Frise ou une partie de celle-ci, fixer des règles sur l'emploi du frison dans les documents écrits et dans les communications orales.

2) Conformément au premier paragraphe, un organisme du gouvernement central peut rédiger une politique régissant l'emploi du frison.

Article 7

1) Un document rédigé en frison doit être également écrit en néerlandais :

a. s'il est conçu ou destiné partiellement à l'extérieur de la province de la Frise et rédigé par les autorités administratives ou des organismes régis par l'administration centrale; ou

b. s'il correspond à une réglementation générale ou des mesures politiques.

2) La publication, les communications ou l'affichage d'un document écrit visé au premier paragraphe doit dans tous les cas être également rédigé en néerlandais, à moins qu'il puisse être raisonnablement admis que ce n'est pas nécessaire.

Article 8

1) Si un document rédigé en frison a été préparé, il faut fournir sur demande à l’organisme de réglementation une traduction en néerlandais.

2) Les autorités administratives peuvent exiger des frais de traduction, qui ne soient pas plus élevés que le coût réel des frais

3) Aucune indemnité de traduction ne peut être exigée si le document écrit:

a. est un procès-verbal d'un organisme représentatif ;

1° et que l'intérêt du requérant est directement en cause, ou
2° s'il s'agit de l'adoption d'un règlement ou d'une politique généralement contraignante; ou

b. requiert une décision ou tout autre acte concernant le requérant.

Article 9

1) Quiconque peut, lors des assemblées dans la province de la Frise, créer des organismes représentatifs employant le frison.

2) Tout ce qui est exprimé en frison doit être consigné en frison dans un procès-verbal.

Article 10

1) Quiconque, conformément à la loi, doit prêter serment, faire une promesse ou une confirmation verbale, a l'autorisation d'utiliser à la place des paroles prévues des mots correspondants en langue frisonne.

2) Dans le cas visé au paragraphe précédent, on emploie:

a. si le serment commence par les mots «Ainsi, que Dieu Tout-Puissant me vienne en aide», ils peuvent être remplacés par "Sa wier helpe my God Almachtich";

b. si une promesse est faite par les mots «Je promets», elle peut être remplacée par "Dat ûnthjit ik";

c. si une confirmation est faite par les mots «Je le déclare», elle peut être remplacée par "Dat ferklearje ik".


 

Hoofdstuk 3.

Gebruik van de Friese taal in het rechtsverkeer

Artikel 11

Een persoon die in de provincie Fryslân woont, feitelijk verblijf houdt of zetel heeft en die ter terechtzitting bij de rechtbank Noord-Nederland of het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van ambtswege het woord voert dan wel verplicht is zich aan een verhoor te onderwerpen of bevoegd is het woord te voeren, is bevoegd zich te bedienen van de Friese taal.

Artikel 12

1)
Indien een verdachte, partij, getuige of belanghebbende zich ter terechtzitting op de voet van artikel 11 wil bedienen van de Friese taal, bepaalt de rechter die de leiding van de zitting heeft ambtshalve of op verzoek zonodig dat bijstand wordt verleend door een tolk. Artikel 276 van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing indien het onderzoek ter terechtzitting plaatsvindt in het kader van een strafzaak.

2) De vergoeding aan de tolk die ingevolge het eerste lid is opgetreden, komt ten laste van het Rijk.

3) In afwijking van het tweede lid kan de rechter bepalen dat in een civiele zaak de vergoeding aan de tolk ten laste komt van degene op wiens verzoek bijstand door een tolk wordt verleend, indien achteraf blijkt dat de kosten voor bijstand door een tolk, nodeloos zijn aangewend.

Artikel 13

Indien een verdachte of getuige zich ter terechtzitting in een strafzaak buiten de gevallen bedoeld in artikel 11 wil bedienen van de Friese taal en aannemelijk maakt dat hij zich in het Nederlands onvoldoende kan uitdrukken, bepaalt de rechter die de leiding van de zitting heeft, indien hij zulks wenselijk acht, dat bijstand wordt verleend door een tolk. Artikel 276 van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing.

Artikel 14

1)
Hetgeen in de Friese taal is gesproken wordt, indien het in het proces-verbaal wordt opgenomen, in die taal vermeld. De rechter kan bepalen dat een vertaling in het Nederlands wordt gemaakt.

2) Indien naar het oordeel van de rechter opneming van het gesprokene in de Friese taal in redelijkheid niet kan worden gevergd, wordt het in het Nederlands in het proces-verbaal opgenomen en wordt daarin aangetekend dat de Friese taal is gebezigd.

Artikel 15

1)
In strafzaken, civiele zaken en bestuursrechtelijke zaken die aanhangig zijn bij de rechtbank Noord-Nederland of het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mogen processtukken, met uitzondering van dagvaardingen in strafzaken, in de Friese taal worden gesteld.

2) In dagvaardingen in strafzaken als bedoeld in het eerste lid alsmede in oproepingen of uitnodigingen voor een zitting in andere zaken, wordt vermeld dat de verdachte, partij, getuige of belanghebbende het recht heeft om op de zitting Fries te spreken indien de betrokkene in de provincie Fryslân woont, feitelijk verblijf houdt of zetel heeft. Indien een dergelijke vermelding ontbreekt wordt de behandeling van de zaak slechts voortgezet indien aannemelijk is dat de verdachte, partij, getuige of belanghebbende daardoor niet in zijn belangen is geschaad ofwel alsnog voldoende gelegenheid heeft gehad om zich op het gebruik van de Friese taal op de zitting voor te bereiden.

3) Indien dat voor een goede beoordeling van in de Friese taal gestelde processtukken als bedoeld in het eerste lid wenselijk is, kan de rechter ambtshalve of op verzoek van een van de andere bij de zaak betrokkenen bepalen dat een vertaling in het Nederlands wordt opgesteld, die aan de stukken wordt toegevoegd.

4) De kosten van een vertaling als bedoeld in het derde lid komen ten laste van het Rijk.

5) In afwijking van het vierde lid kan de rechter bepalen dat in een civiele zaak de kosten van een vertaling ten laste komen van de bij de zaak betrokkene die om de vertaling in het Nederlands heeft verzocht, indien achteraf blijkt dat de kosten nodeloos zijn aangewend.

Artikel 16

1)
Indien stukken of opgaven, welke ingevolge wettelijk voorschrift in openbare registers moeten worden ingeschreven, in de Friese taal zijn gesteld, wordt tevens de overlegging gevorderd van getrouwe vertalingen in het Nederlands, vervaardigd en voor overeenstemmend verklaard door een voor de Friese taal als bevoegd toegelaten beëdigde vertaler of, indien de inschrijving betrekking heeft op een notariële akte, door de notaris, die de akte heeft verleden.

2) De in de Friese taal gestelde stukken of opgaven worden samen met de vertalingen ingeschreven in het register. Tenzij in de stukken of opgaven anders is bepaald, geldt de tekst van de Nederlandse vertaling.

3) Indien het een notariële akte in de Friese taal betreft van oprichting van een vereniging of stichting, dan wel houdende de statuten van een dergelijk rechtspersoon, kan in afwijking van het eerste en tweede lid worden afgezien van een vertaling in het Nederlands indien de vereniging of stichting haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk in de provincie Fryslân verricht.

4) In afwijking van het eerste lid worden in de provincie Fryslân akten van de burgerlijke stand zowel in de Friese taal als in het Nederlands opgemaakt.

Artikel 17

1)
In alle gevallen, waarin een ontwerp van een akte de goedkeuring behoeft van een rechter, kan de definitieve akte in de Friese taal worden opgemaakt, mits daaronder wordt gesteld een verklaring van een voor de Friese taal als bevoegd toegelaten beëdigde vertaler waaruit blijkt, dat de akte een getrouwe vertaling is van het door de rechter goedgekeurde ontwerp. Wordt de akte notarieel verleden, dan kan de verklaring van de beëdigde vertaler worden vervangen door een verklaring van de notaris, die de akte verlijdt.

2) Van een ontwerp van een akte in het Nederlands kan worden afgezien indien het ontwerp van een akte wordt voorgelegd aan een rechter van de rechtbank Noord-Nederland of het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Chapitre III

Emploi du frison dans la procédure judiciaire

Article 11

Tout justiciable qui vit dans la province de la Frise, qui y réside actuellement ou y a un siège social, et qui subit une procédure dans un palais de justice de la Hollande-du-Nord ou à la Cour d'appel d'Arnhem-Leeuwarden ou qui est tenu de se soumettre à un interrogatoire ou est autorisé à prendre la parole, a le droit de prendre la parole en
frison.

Article 12

1) Si un accusé, un témoin ou une partie à la procédure, sur la base de l'article 11, utilise le frison, le juge qui préside la procédure doit, d'office ou sur demande, si c'est nécessaire, prévoir l'assistance d'un interprète. L'article 276 du Code de procédure pénale est applicable si la procédure a lieu dans le contexte d'une procédure pénale.

2) Les frais d'interprétariat attribués en vertu du paragraphe précédent doivent être assumés par l'État.

3) Par dérogation au paragraphe précédent, la cour peut ordonner une indemnisation de la traduction dans une affaire civile soutenue par la partie qui a demandé un interprète s'il est révélé que le coût du recours à un interprète est inutilement utilisé.

Article 13

Si un défendeur ou un témoin à l'audience dans une affaire criminelle, sauf dans les cas prévus à l'article 11, désire employer le frison et démontre qu'il ne peut s'exprimer suffisamment en néerlandais, le juge qui préside la procédure décide s'il est souhaitable que le justiciable reçoive l'aide d'un interprète. L'article 276 du Code de procédure pénale est applicable.

Article 14

1) Tout se qui est exprimé oralement en
frison doit être transcrit dans le procès-verbal dans cette langue. Le tribunal peut demander une traduction en néerlandais.

2) Si, de l'avis du juge l'emploi de la langue orale en frison ne peut être raisonnablement prévu, le néerlandais doit être utilisé dans le procès-verbal en indiquant que le frison a été employé.

Article 15

1) En matière pénale, les affaires civiles ou administratives en instance devant la Cour de la province Hollande-du-Nord ou la Cour d'appel d'Arnhem-Leeuwarden peuvent être présentées en frison, sauf les assignations. 

2) Les assignations dans les affaires pénales visées au paragraphe précédent ainsi que dans les avis ou les invitations à une audience dans les autres cas, il est prévu qu'un accusé, un témoin ou une partie a le droit de parler le frison si la personne concernée habite la province de la Frise ou a un bureau. Si cette situation est inexistante, la procédure doit se poursuivre s'il est probable qu'un accusé, un témoin ou une partie ne voit pas ses intérêts lésés ou qu'ils aient eu amplement l'occasion d'employer la langue frisonne pour se préparer à l'audience.

3) Si, pour une bonne évaluation dans les plaidoiries en frison tel qu'il est prévu au premier paragraphe, le juge, à la demande de l'une ou l'autre des parties en cause, peut assurer une traduction en néerlandais pour les documents ajoutés.

4) Le coût d'une traduction prévu au paragraphe 3 est assumé par l'État.

5) Nonobstant le paragraphe précédent, le juge peut décider que, dans une affaire civile, les frais de traduction sont assumés par la personne concernée dans le cas où on a demandé la traduction en néerlandais, s'il s'avère plus tard que les frais sont utilisés inutilement.

Article 16

1) Si des documents ou des déclarations qui, conformément à la réglementation dans les dossiers publics, sont utilisés en frison, les documents doivent être accompagnés d'une traduction littérale en néerlandais et être déclaré équivalents au texte frison par un traducteur compétent assermentés ou, si le document concerne un acte notarié, par le notaire responsable du document.

2) Dans les documents ou déclarations en frison, leur traduction doit être consignée dans le registre. Sauf indication contraire dans les documents ou déclarations, la traduction néerlandaise du texte s'applique.

3) S'il s'agit d'un acte notarié de création d'une association ou d'une fondation en frison, ou concernant le statut similaire d'une personne morale, il est possible, nonobstant les dispositions des premier et deuxième paragraphes, d'ajouter une traduction en néerlandais si l'association ou la fondation est en totalité ou en partie instituée dans la province de la Frise.

4) Par dérogation au premier paragraphe, les actes d'état civil dans la province de la Frise peuvent être rédigés dans les deux langues aussi bien en frison qu'en néerlandais.

Article 17

1) Dans tous les cas où un document doit être approuvé par un juge, l'acte final en frison peut être dressé, à la condition qu'il soit accompagné d'une déclaration d'un traducteur de frison assermenté et autorisé témoignant que l'acte est une traduction fidèle du document approuvé par le tribunal. S'il s'agit d'un acte notarié, la déclaration du traducteur assermenté peut alors être remplacée par une déclaration du notaire ayant rédigé l'acte.

2) Un document présenté en néerlandais n'est pas nécessaire si la rédaction du document est présentée à un juge dont le tribunal se trouve dans la province Hollande-du-Nord ou dans la Cour d'appel d'Arnhem-Leeuwarden.


 

Hoofdstuk 4.

Instelling Orgaan voor de Friese taal

Artikel 18

1)
Er is een Orgaan voor de Friese taal, hierna te noemen: het Orgaan.

2) Het Orgaan is gevestigd te Leeuwarden.

Artikel 19

1)
Het Orgaan heeft tot taak de gelijke positie van de Friese taal en de Nederlandse taal in de provincie Fryslân te bevorderen.

2) Het Orgaan doet dit in elk geval door:

a. te rapporteren over de behoeften en de wensen ten aanzien van de Friese taal en cultuur in relatie tot deze wet alsmede tot het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en het Kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden aan:

1° Onze Minister;

2° andere ministers, voor zover die verantwoordelijk zijn voor onderdelen van de centrale overheid die in de provincie Fryslân gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als werkgebied hebben;

3° andere bestuursorganen, voor zover die in de provincie Fryslân gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als werkgebied hebben; en

4°. rechterlijke instanties voor zover die in de provincie Fryslân gevestigd zijn dan wel de provincie Fryslân als rechtsgebied hebben;

b. te adviseren over de totstandkoming en de uitvoering van de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur en de uitvoeringsconvenanten, aan:

1° Onze Minister; en

2° gedeputeerde staten van de provincie Fryslân;

c. ondersteuning te bieden bij het opstellen van regels en beleidsplannen als bedoeld in de artikelen 5 en 6.

3) De in het tweede lid, onder a, onder 1° tot en met 4°, genoemde bestuursorganen en instanties sturen binnen drie maanden na ontvangst van de rapportage een reactie aan het Orgaan op de aan hen gerichte rapportage.

Artikel 20

1)
Het Orgaan bestaat uit vijf leden, onder wie een voorzitter en een vicevoorzitter.

2) De voorzitter, vicevoorzitter en overige leden van het Orgaan worden, op voordracht van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân door Onze Minister benoemd, geschorst en ontslagen. De benoeming geldt voor een periode van ten hoogste vier jaar. Herbenoeming is mogelijk voor een periode van ten hoogste vier jaar.

3) Het Orgaan kan waarnemers toelaten.

Artikel 21

1)
Het Orgaan heeft een secretaris.

2) De secretaris is voor zijn werkzaamheden voor het Orgaan uitsluitend verantwoording schuldig aan het Orgaan.

3) Aan de secretaris kunnen andere medewerkers worden toegevoegd.

4) De secretaris en de andere medewerkers zijn geen lid van het Orgaan.

5) Onze Minister benoemt, bevordert, schorst en ontslaat, na overleg met de voorzitter van het Orgaan, de secretaris en de andere medewerkers.

Artikel 22

Het Orgaan voert de in artikel 19 genoemde taken uit op basis van een tweejaarlijks werkprogramma, dat na overleg met Onze Minister wordt opgesteld.

Artikel 23

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het Orgaan geschiedt met inachtneming van de beheersregels en het bepaalde bij en krachtens de Archiefwet 1995 . De bescheiden worden na het beëindigen van de werkzaamheden overgedragen aan het archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Hoofdstuk 6.

Slotbepalingen

Artikel 31

Onze Minister draagt zorg voor een vertaling in de Friese taal van deze wet en van de krachtens deze wet vastgestelde regelingen en doet daarvan mededeling door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 32

De Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer wordt ingetrokken.

Artikel 33

Met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip komt artikel 14 van deze wet te luiden:

Artikel 14

1.
Hetgeen in de Friese taal is gesproken wordt, indien het in het proces-verbaal wordt opgenomen, in die taal vermeld. De rechter kan bepalen dat een vertaling in het Nederlands wordt gemaakt.

2. Indien ingevolge artikel 13 in een strafzaak gebruik is gemaakt van de Friese taal, vindt opneming in het proces-verbaal in het Nederlands plaats en wordt daarin aangetekend dat de Friese taal is gebezigd.

Artikel 34

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 35

Deze wet wordt aangehaald als: Wet gebruik Friese taal.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Wassenaar, 2 oktober 2013.

Chapitre IV

Création du Conseil de la langue frisonne

Article 18

1) Il est créé un conseil pour la langue frisonne, ci-après désigné comme «le Conseil».

2) Le Conseil est situé à Leeuwarden.

Article 19

1) Le Conseil a pour fonction de promouvoir le statut d'égalité de la langue frisonne et de la langue néerlandaise dans la province de la Frise.

2) Le Conseil doit dans tous les cas:

a. faire un rapport sur les besoins et les souhaits concernant la langue et la culture frisonnes dans le cadre de la présente loi, de la Charte européenne des langues régionales ou minoritaires et de la Convention-cadre pour la protection des minorités nationales :

1° à Notre Ministre;

2° à d'autres ministres, si un organisme du gouvernement central situé dans la province de la Frise est responsable ou si sa juridiction s'étend dans la province de la Frise;

3° à d'autres organes administratifs s'ils sont établi dans la province de la Frise ou si la zone de travail s'étend à la province de la Frise; et

4° aux instances judiciaires lorsque les tribunaux sont situés dans la province de la Frise ou si leur juridiction s'étend à la province de la Frise;

b. donner des conseils sur la création et la mise en œuvre du Pacte sur la langue et la culture frisonnes ainsi que les alliances mises en œuvre:

1° à Notre Ministre; et

2° au Conseil exécutif de la province de la Frise;

c. contribuer à l'élaboration des règles et des politiques visées aux articles 5 et 6.

3) Dans le paragraphe précédent, aux points 1° à 4° sous a, les organismes et institutions visés doivent envoyer dans les trois mois à compter de la réception du rapport une réponse à l'administration dudit rapport qui lui est transmis.

Article 20

1) Le Conseil se compose de cinq membres, dont un président et un vice-président.

2) Le président, le vice-président et les autres membres du Conseil sont désignés, sur la recommandation du Conseil exécutif de la province de la Frise nommé par le Ministre, suspendus ou révoqués. La nomination est pour une période ne dépassant pas quatre ans. Le renouvellement du mandat est possible pour une période maximale de quatre ans.

3) Le Conseil peut admettre des observateurs.

Article 21

1) Le Conseil désigne un secrétaire.

2) Le Conseil est le seul responsable pour les activités du secrétaire.

3) Au secrétaire d'autres membres du personnel peuvent être ajoutés.

4) Le secrétaire et les autres employés ne sont pas membres du Conseil.

5) Notre Ministre désigne, soutient, suspend et révoque, après consultation auprès du président du Conseil, le secrétaire et les autres employés.

Article 22

Le Conseil exerce les fonctions énoncées à l'article 19 sur la base d'un programme de travail bisannuel, après consultation auprès du Ministre.

A
rticle 23

La gestion des documents concernant les activités du Conseil doit être conforme aux règles de gestion en vertu des dispositions sur les registres publics de la loi de 1995. Les documents doivent être remis après la fin des travaux aux archives du ministère
de l'Intérieur et des Relations au sein du Royaume.

Chapitre VI

Dispositions finales

Article 31

Notre Ministre veille à ce que la traduction dans la langue frisonne de la présente loi ainsi que ses textes d'application soient inscrits et publiés dans le Journal officiel du gouvernement.

Article32

La Loi sur l'emploi de la langue frisonne dans le domaine judiciaire est abrogée.

Article 33

Avec effet à partir d'une date à déterminer, l'article 14 de la présente loi est remplacé par décret royal:

Article 14

1. Tout se qui est exprimé oralement en frison doit être transcrit dans le procès-verbal dans cette langue. Le tribunal peut demander une traduction en néerlandais.

2. Si, en vertu de l’article 13 dans une affaire criminelle, l’emploi de la langue frisonne ne peut être raisonnablement prévu, le néerlandais doit être utilisé dans le procès-verbal en indiquant que le frison a été employé.

Article 34

Les articles de la présente loi entrent en vigueur à une date à préciser par arrêté royal ainsi que les différents articles ou parties qui pourraient être différents.

Article 35

La présente loi peut être désignée ainsi: Loi sur l'emploi de la langue frisonne.

Nous ordonnons que la présente loi soit publiée dans le Journal officiel et que tous les ministères, toutes les autorités, tous les organismes et les fonctionnaires concernés doivent la mettre en œuvre avec toute la diligence qu'il faut.

Donnée à Wassenaar, le 2 octobre 2013.


 

Page précédente

 

Pays-Bas

Accueil: aménagement linguistique dans le monde